telecommunicatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·le·com·mu·ni·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord telecommunicatie telecommunicaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de telecommunicatiev

  1. (elektronica) (informatica) (communicatie) de elektronische technologie en haar toepassing die communicatie over grote afstanden mogelijk maakt d.m.v. computers verbonden via netwerken
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be