demoduleren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  demoduleren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• de·mo·du·le·ren

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van moduleren met het voorvoegsel de-

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
demoduleren	demoduleerde	gedemoduleerd
zwak -d	volledig

Werkwoord

demoduleren

• overgankelijk

1. (informatica) het terugwinnen van een analoog signaal uit een digitale (b.v. pulscodegemoduleerde) representatie hiervan -> van digitaal naar analoog converteren
2. (elektronica) (telecommunicatie) het terugwinnen van een analoog signaal uit een met dit signaal gemoduleerde draaggolf

Antoniemen

• moduleren

Verwante begrippen

• demodulatie, modulatie, amplitudedemodulatie, fasedemodulatie, frequentiedemodulatie, demodulator

Gangbaarheid

• Het woord 'demoduleren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.