amplitude
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- am·pli·tu·de
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | amplitude | amplitudes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
amplitude v
- (natuurkunde) (elektrotechniek) de grootte, of sterkte, van een trilling. Dit kan een mechanische trilling zijn van bijvoorbeeld een snaar van een harp, of de daardoor ontstane geluidsgolf, of van enig ander periodiek verschijnsel
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord amplitude staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "amplitude" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ amplitude op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be