maso

Frans

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordherkomst en -opbouw

• (verkorting) van masochiste

Bijvoeglijk naamwoord

maso

1. (spreektaal) masochistisch

Zelfstandig naamwoord

maso m / v

1. (spreektaal) masochist, masochiste

Malagasy

Zelfstandig naamwoord

maso

1. oog

Minangkabaus

Voegwoord

maso

1. toen

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
masar

maso

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van masar

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /masɔ/

Woordafbreking

• ma·so

Zelfstandig naamwoord

maso o

1. vlees

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	maso	masa
genitief	masa	mas
datief	masu	masům
accusatief	maso	masa
vocatief	maso	masa
locatief	masu / mase	masech
instrumentalis	masem	masy

Afgeleide begrippen

• bezmasý

Zelfstandig naamwoord

maso

1. vocatief enkelvoud van masa