Naar inhoud springen

maagdelijk

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 4 feb 2020 om 20:53
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • maag·de·lijk
  • afgeleid van maagd met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen maagdelijk maagdelijker maagdelijkst
verbogen maagdelijke maagdelijkere maagdelijkste
partitief maagdelijks maagdelijkers -

maagdelijk [1]

  1. betrekking hebbende op een maagd
  2. van dingen ongerept, teer
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]