maagdelijkheid
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maagdelijkheid (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmaɣdələkˌhɛit / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- maag·de·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
- van Middelnederlands magedelijcheit, op te vatten als maagdelijk bn met het achtervoegsel -heid [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maagdelijkheid | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
maagdelijkheid v
- (seksualiteit) eigenschap dat je niet eerder geslachtsverkeer hebt gehad
- Ze bezat haar maagdelijkheid nog.
- ▸ In Amerika halen jongeren tegenwoordig later hun rijbewijs, drinken ze minder en verliezen later hun maagdelijkheid, omdat ze dag in dag uit alleen op hun kamer aan hun telefoon gekluisterd zitten.[2]
Vertalingen
1. eigenschap dat je niet eerder geslachtsverkeer hebt gehad
Gangbaarheid
- Het woord maagdelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "maagdelijkheid" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Rosanne Hertzberger “Mijn kind weet niet wat e-mail is” (3 november 2018) op nrc.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden met referenties naar een online publicatie
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -heid in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Seksualiteit in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %