maagdelijkheid
Uiterlijk
- Geluid: maagdelijkheid (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmaɣdələkˌhɛit / (4 lettergrepen)
- maag·de·lijk·heid
- van Middelnederlands magedelijcheit, op te vatten als maagdelijk bn met het achtervoegsel -heid [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maagdelijkheid | - |
verkleinwoord | - | - |
de maagdelijkheid v
- (seksualiteit) eigenschap dat je niet eerder geslachtsverkeer hebt gehad
- Ze bezat haar maagdelijkheid nog.
- ▸ In Amerika halen jongeren tegenwoordig later hun rijbewijs, drinken ze minder en verliezen later hun maagdelijkheid, omdat ze dag in dag uit alleen op hun kamer aan hun telefoon gekluisterd zitten.[2]
- ▸ Maar ik was ook iemand anders geworden, Eric Henri Letang was iemand anders dan Eric Lauritzen, al zaten ze in hetzelfde lichaam. Wat dat betekende wist ik niet, alleen dat het op een of andere manier cruciaal moest zijn. Of het even cruciaal zou worden om je maagdelijkheid te verliezen, wist ik natuurlijk niet.[3]
1. eigenschap dat je niet eerder geslachtsverkeer hebt gehad
- Het woord maagdelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maagdelijkheid" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Rosanne Hertzberger“Mijn kind weet niet wat e-mail is” (3 november 2018) op nrc.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -heid in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Seksualiteit in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %