Naar inhoud springen

maagdelijk

Uit WikiWoordenboek
  • maag·de·lijk
  • afgeleid van maagd met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen maagdelijk maagdelijker maagdelijkst
verbogen maagdelijke maagdelijkere maagdelijkste
partitief maagdelijks maagdelijkers -

maagdelijk [1]

  1. betrekking hebbende op een maagd
  2. van dingen ongerept, teer
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]