maïs
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·is
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘graansoort’ voor het eerst aangetroffen in 1581 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maïs | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
maïs m
- (voeding) (plantkunde) Zea mays
een graansoort afkomstig uit Midden-Amerika
Schrijfwijzen
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een graansoort afkomstig uit Midden-Amerika
Gangbaarheid
- Het woord maïs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "maïs" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "maïs" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ maïs op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Zie taaladvies Onze Taal
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
(plantkunde)(voeding) maïs m
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Plantkunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 4
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Woorden in het Frans met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Frans