mais
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mais
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mais | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
mais m
- (plantkunde), (graan) Zea mays
een graansoort afkomstig uit Midden-Amerika
(wikidata: mais)
- (voeding) (gemalen) zaden van de kolven van Zea mays
Schrijfwijzen
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een graansoort afkomstig uit Midden-Amerika
Gangbaarheid
- Het woord mais staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "mais" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Zie taaladvies Onze Taal
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Voegwoord
mais
- maar
- «Il est riche, mais avare.»
- Hij is rijk, maar gierig.
- «Il est riche, mais avare.»
Zelfstandig naamwoord
mais m
- meervoud van mai
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Plantkunde in het Nederlands
- Graan in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 94 %
- Prevalentie Vlaanderen 83 %
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 4
- Voegwoord in het Frans
- Zelfstandig naamwoord in het Frans