Naar inhoud springen

lof

Uit WikiWoordenboek
  • lof
  • In de betekenis van ‘het prijzen’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
  • lof; verwant met lief (afkomstig van het Proto-Indo-Europees *leubh- (verzorgen, verlangen, liefhebben)).
enkelvoud meervoud
naamwoord lof
verkleinwoord lofje lofjes

hetlofo

  1. iemand of iets prijzen
  2. (groente) afkorting van witlof
  3. (religie) katholieke plechtigheid
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

lof o

  1. lof