witlof
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- wit·lof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | witlof | witloven |
verkleinwoord | witlofje | witlofjes |
Zelfstandig naamwoord
witlof o
- (groente) loof van met dat doel in het donker geteelde varianten van cichorei, Cichorium intybus var. foliosum (wikidata: witlof
)
- ▸ Maar met groente is het weer opletten: paprika en mais vinden ze lekker, witlof of spruiten niet.[2]
Synoniemen
- witloof (uitspraakvariant, gangbaar in Vlaanderen)
- Brussels lof, suikerbrood
Vertalingen
1. loof van met dat doel in het donker geteelde varianten van cichorei, Cichorium intybus var. foliosum
Gangbaarheid
- Het woord witlof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "witlof" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ witlof op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron
Sheila Kamerman“Behelpen in de noodopvang: Het is koud, het stinkt en het is lawaaierig” (14 november 2021) op nrc.nl - ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Groente in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 84 %