líða
Niet te verwarren met: liða |
Faeröers
Uitspraak
- IPA: [ˈlʊija]
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse líða.
Werkwoord
líða
IJslands
Uitspraak
- IPA: /ˈliːða/
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse líða.
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd | voltooid deelwoord (supinum) | |
3e pers enk. | 1e pers mv. | ||
líða | leið | liðum | liðið |
volledig |
Werkwoord
líða
Oudnoords
Woordafbreking
- lí·ða
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
líða |
líðr |
mv: leið mv: liðu |
liðit |
Klasse 1 sterk | volledig | [A] |
Werkwoord
[A] líða
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
líða |
líðar |
líðaði |
líðat |
Klasse 1 zwak | volledig | [B] + [C] |
Werkwoord
[B] líða
Werkwoord
[C] líða
Categorieën:
- Woorden in het Faeröers
- Woorden in het Faeröers van lengte 4
- Woorden in het Faeröers met IPA-weergave
- Werkwoord in het Faeröers
- Woorden in het IJslands
- Woorden in het IJslands van lengte 4
- Woorden in het IJslands met IPA-weergave
- Werkwoord in het IJslands
- Woorden in het Oudnoords
- Woorden in het Oudnoords van lengte 4
- Sterk werkwoord klasse 1 in het Oudnoords
- Werkwoord in het Oudnoords
- Zwak werkwoord klasse 1 in het Oudnoords