voorbijgaan
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voorbijgaan (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /vo̝rˈbɛɪ̯χan/
- (Vlaanderen, Brabant): /vorˈbɛːɣan/
- (Limburg): /vorˈbɛɪ̯ɣan/
Woordafbreking
- voor·bij·gaan
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voorbij bw en gaan ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voorbijgaan |
ging voorbij |
voorbijgegaan |
klasse 7 | volledig |
Werkwoord
voorbijgaan
- ergatief langs een bepaald punt gaan
- Dezelfde fietser ging opnieuw voorbij.
- ergatief tot verleden gaan behoren
- Die tijd is voorgoed voorbijgegaan.
- inergatief niet in beschouwing nemen
- Er werd daarmee geheel voorbijgegaan aan de wil van de Iraanse bevolking.
Synoniemen
- [1]: passeren
Vertalingen
1. langs een bepaald punt gaan.
2. tot verleden gaan behoren
Gangbaarheid
- Het woord voorbijgaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "voorbijgaan" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 7 in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %