Naar inhoud springen

krabben

Uit WikiWoordenboek
Versie door MarcoSwart (overleg | bijdragen) op 24 mrt 2019 om 21:58 (Wijzigingen door 84.86.71.29 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Kvdrgeus)
  • krab·ben
  • In de betekenis van ‘de nagels over iets heen halen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1400 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
krabben
krabde
gekrabd
zwak -d volledig

krabben

  1. overgankelijk met de nagels bewerken
  2. overgankelijk, (scheepvaart) het niet hechten, maar over de bodem kruipen van een scheepsanker
    • Ondanks de lange ankerketting, krabt het anker nog steeds. 
  • de rug krabben
  • achter de oren krabben

de krabbenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord krab
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]