krabben

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • krab·ben
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘de nagels over iets heen halen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1400 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
krabben
krabde
gekrabd
zwak -d volledig

Werkwoord

krabben

  1. overgankelijk met de nagels bewerken
  2. overgankelijk, (scheepvaart) het niet hechten, maar over de bodem kruipen van een scheepsanker
    • Ondanks de lange ankerketting, krabt het anker nog steeds. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • de rug krabben
  • achter de oren krabben
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
De gemarmerde zwemkrab (Liocarcinus marmoreus)
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord krabben
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de krabbenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord krab
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (kreeftachtigen) Brachyura op Wikispecies een groep van kreeftachtige dieren die behoren tot de orde tienpotigen (Decapoda). De wetenschappelijke naam Brachyura betekent letterlijk korte staart en verwijst naar het onder het buikschild geklapte achterlijf, waardoor krabben in tegenstelling tot andere kreeftachtigen geen zichtbare staart hebben
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen