klokkenspel
Uiterlijk
- Geluid: klokkenspel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈklɔkə(n)spɛl / (3 lettergrepen)
- klok·ken·spel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klokkenspel | klokkenspellen |
verkleinwoord | klokkenspelletje | klokkenspelletjes |
het klokkenspel o
- (muziekinstrument) een in kerktoren, of vrijstaande klokkentoren (campanile), opgesteld muziekinstrument, dat bestaat uit een reeks van klokken en wordt bespeeld via een speciaal manuaal door een beiaardier, of ook wel door een mechaniek wordt aangestuurd
- Het klokkenspel speelt elk uur een bekend wijsje.
- (muziekinstrument) slaginstrument dat wordt gebruikt bij een concert, met metalen staafjes bevestigd op een houten rand
- (transport) klokjes en belletjes v.e. arrentuig
- (figuurlijk), (anatomie), (informeel) mannelijk geslachtsdeel
-
[1] Klokkenspelvan de Petrus en Paulus kathedraal in Sint-Petersburg
-
[1] Manuaal van een klokkenspel
-
[2] Een glockenspiel in een orkest wordt soms ook klokkenspel genoemd.
-
[4] Weergave van het klokkenspel van David door Michelangelo
- [1] beiaard, carillon
- [2] glockenspiel
- [1] klokkenist, klokkenspeler
1. muziekinstrument met klokken
- Het woord klokkenspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klokkenspel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -en- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Muziekinstrument in het Nederlands
- Transport in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Anatomie in het Nederlands
- Informeel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %