beiaard
Uiterlijk
Niet te verwarren met: Beiaard |
- bei·aard
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beiaard | beiaards beiaarden |
verkleinwoord | beiaardje | beiaardjes |
de beiaard m
- (muziekinstrument) een in kerktoren, of vrijstaande klokkentoren (campanile), opgesteld muziekinstrument, dat bestaat uit een reeks van klokken en wordt bespeeld via een speciaal manuaal door een beiaardier, of ook wel door een mechaniek wordt aangestuurd
- De sfeer van de stad wordt mede bepaald door de klanken van draaiorgel en beiaard.
- Beiaard, het ros van de vier Heemskinderen
1. muziekinstrument met klokken
vervoeging van |
---|
beiaarden |
beiaard
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beiaarden
- Ik beiaard.
- gebiedende wijs van beiaarden
- Beiaard!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beiaarden
- Beiaard je?
- Het woord beiaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beiaard" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ beiaard op website: Etymologiebank.nl
- ↑ beiaard op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -aard in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Muziekinstrument in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 83 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %