juniweer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ju·ni·weer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord juniweer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

juniweer

  1. het vroege zomerweer zoals dat normaal is voor juni
     Nederland is wel toe aan een beetje zomer, dus zullen veel landgenoten van de gelegenheid gebruik maken om vandaag en morgen naar de kust te trekken. En dat kan ook in de dagen erna nog. Er wordt wel wat onweer verwacht op vrijdagavond of zaterdag, maar zondag en de dagen erna is het stralend juniweer. De temperaturen komen te liggen op waarden tussen 18 en 24 graden.[1]


Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 augustus 2023 Weblink bron “Strandtenten klaar voor de zomer” (04 jun. 2015), De Telegraaf