innen/vervoeging
Uiterlijk
vervoeging van de bedrijvende vorm van innen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | innen | te innen | ||||||||
toekomend | zullen innen | te zullen innen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geïnd | te hebben geïnd | ||||||||
toekomend | geïnd zullen hebben | geïnd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
innend | geïnd | ev. in |
mv. verouderd int |
inne | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | in | int | int | int | int | innen | innen | innen | |||
verleden (o.v.t.) | inde | inde | inde | inde | inde | inden | inden | inden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal innen | zult/zal innen | zult/zal innen | zult innen | zal innen | zullen innen | zullen innen | zullen innen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou innen | zou innen | zou(dt) innen | zoudt innen | zou innen | zouden innen | zouden innen | zouden innen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geïnd | hebt geïnd | hebt/heeft geïnd | hebt geïnd | heeft geïnd | hebben geïnd | hebben geïnd | hebben geïnd | |||
verleden (v.v.t.) | had geïnd | had geïnd | had geïnd | hadt geïnd | had geïnd | hadden geïnd | hadden geïnd | hadden geïnd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geïnd hebben | zal/zult geïnd hebben | zult/zal geïnd hebben | zult geïnd hebben | zal geïnd hebben | zullen geïnd hebben | zullen geïnd hebben | zullen geïnd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geïnd hebben | zou geïnd hebben | zou/zoudt geïnd hebben | zoudt geïnd hebben | zou geïnd hebben | zouden geïnd hebben | zouden geïnd hebben | zouden geïnd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm geïnd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt geïnd | er is geïnd | |||||||||
verleden | er werd geïnd | er was geïnd | |||||||||
toekomend | er zal geïnd worden | er zal geïnd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou geïnd worden | er zou geïnd zijn | |||||||||
lijdende vorm geïnd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | geïnd worden | geïnd te worden | ||||||||
toekomend | geïnd zullen worden | geïnd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | geïnd zijn | geïnd te zijn | ||||||||
toekomend | geïnd zullen zijn | geïnd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word geïnd | wordt geïnd | wordt geïnd | wordt geïnd | wordt geïnd | worden geïnd | worden geïnd | worden geïnd | |||
verleden (o.v.t.) | werd geïnd | werd geïnd | werd geïnd | werdt geïnd | werd geïnd | werden geïnd | werden geïnd | werden geïnd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal geïnd worden | zult geïnd worden | zult geïnd worden | zult geïnd worden | zal geïnd worden | zullen geïnd worden | zullen geïnd worden | zullen geïnd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou geïnd worden | zou geïnd worden | zou/zoudt geïnd worden | zoudt geïnd worden | zou geïnd worden | zouden geïnd worden | zouden geïnd worden | zouden geïnd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben geïnd | bent geïnd | bent/is geïnd | zijt geïnd | is geïnd | zijn geïnd | zijn geïnd | zijn geïnd | |||
verleden (v.v.t.) | was geïnd | was geïnd | was geïnd | waart geïnd | was geïnd | waren geïnd | waren geïnd | waren geïnd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geïnd zijn | zult geïnd zijn | zult geïnd zijn | zult geïnd zijn | zal geïnd zijn | zullen geïnd zijn | zullen geïnd zijn | zullen geïnd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geïnd zijn | zou geïnd zijn | zou/zoudt geïnd zijn | zoudt geïnd zijn | zou geïnd zijn | zouden geïnd zijn | zouden geïnd zijn | zouden geïnd zijn |