inactiveren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van inactiveren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | inactiveren | te inactiveren | ||||||||
toekomend | zullen inactiveren | te zullen inactiveren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geïnactiveerd | te hebben geïnactiveerd | ||||||||
toekomend | geïnactiveerd zullen hebben | geïnactiveerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
inactiverend | geïnactiveerd | ev. inactiveer |
mv. verouderd inactiveert |
inactivere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | inactiveer | inactiveert | inactiveert | inactiveert | inactiveert | inactiveren | inactiveren | inactiveren | |||
verleden (o.v.t.) | inactiveerde | inactiveerde | inactiveerde | inactiveerde | inactiveerde | inactiveerden | inactiveerden | inactiveerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal inactiveren | zult/zal inactiveren | zult/zal inactiveren | zult inactiveren | zal inactiveren | zullen inactiveren | zullen inactiveren | zullen inactiveren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou inactiveren | zou inactiveren | zou(dt) inactiveren | zoudt inactiveren | zou inactiveren | zouden inactiveren | zouden inactiveren | zouden inactiveren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geïnactiveerd | hebt geïnactiveerd | hebt/heeft geïnactiveerd | hebt geïnactiveerd | heeft geïnactiveerd | hebben geïnactiveerd | hebben geïnactiveerd | hebben geïnactiveerd | |||
verleden (v.v.t.) | had geïnactiveerd | had geïnactiveerd | had geïnactiveerd | hadt geïnactiveerd | had geïnactiveerd | hadden geïnactiveerd | hadden geïnactiveerd | hadden geïnactiveerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geïnactiveerd hebben | zal/zult geïnactiveerd hebben | zult/zal geïnactiveerd hebben | zult geïnactiveerd hebben | zal geïnactiveerd hebben | zullen geïnactiveerd hebben | zullen geïnactiveerd hebben | zullen geïnactiveerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geïnactiveerd hebben | zou geïnactiveerd hebben | zou/zoudt geïnactiveerd hebben | zoudt geïnactiveerd hebben | zou geïnactiveerd hebben | zouden geïnactiveerd hebben | zouden geïnactiveerd hebben | zouden geïnactiveerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm geïnactiveerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt geïnactiveerd | er is geïnactiveerd | |||||||||
verleden | er werd geïnactiveerd | er was geïnactiveerd | |||||||||
toekomend | er zal geïnactiveerd worden | er zal geïnactiveerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou geïnactiveerd worden | er zou geïnactiveerd zijn | |||||||||
lijdende vorm geïnactiveerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | geïnactiveerd worden | geïnactiveerd te worden | ||||||||
toekomend | geïnactiveerd zullen worden | geïnactiveerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | geïnactiveerd zijn | geïnactiveerd te zijn | ||||||||
toekomend | geïnactiveerd zullen zijn | geïnactiveerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word geïnactiveerd | wordt geïnactiveerd | wordt geïnactiveerd | wordt geïnactiveerd | wordt geïnactiveerd | worden geïnactiveerd | worden geïnactiveerd | worden geïnactiveerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd geïnactiveerd | werd geïnactiveerd | werd geïnactiveerd | werdt geïnactiveerd | werd geïnactiveerd | werden geïnactiveerd | werden geïnactiveerd | werden geïnactiveerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal geïnactiveerd worden | zult geïnactiveerd worden | zult geïnactiveerd worden | zult geïnactiveerd worden | zal geïnactiveerd worden | zullen geïnactiveerd worden | zullen geïnactiveerd worden | zullen geïnactiveerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou geïnactiveerd worden | zou geïnactiveerd worden | zou/zoudt geïnactiveerd worden | zoudt geïnactiveerd worden | zou geïnactiveerd worden | zouden geïnactiveerd worden | zouden geïnactiveerd worden | zouden geïnactiveerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben geïnactiveerd | bent geïnactiveerd | bent/is geïnactiveerd | zijt geïnactiveerd | is geïnactiveerd | zijn geïnactiveerd | zijn geïnactiveerd | zijn geïnactiveerd | |||
verleden (v.v.t.) | was geïnactiveerd | was geïnactiveerd | was geïnactiveerd | waart geïnactiveerd | was geïnactiveerd | waren geïnactiveerd | waren geïnactiveerd | waren geïnactiveerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geïnactiveerd zijn | zult geïnactiveerd zijn | zult geïnactiveerd zijn | zult geïnactiveerd zijn | zal geïnactiveerd zijn | zullen geïnactiveerd zijn | zullen geïnactiveerd zijn | zullen geïnactiveerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geïnactiveerd zijn | zou geïnactiveerd zijn | zou/zoudt geïnactiveerd zijn | zoudt geïnactiveerd zijn | zou geïnactiveerd zijn | zouden geïnactiveerd zijn | zouden geïnactiveerd zijn | zouden geïnactiveerd zijn |