inactiveren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ac·ti·ve·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

inactiveren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inactiveren
inactiveerde
geïnactiveerd
zwak -d volledig
  1. zorgen dat iets niet meer actief is
  2. (medisch) zorgen dat een ziekteverwekker geen ziekte meer kan veroorzaken; onschadelijk maken
     De drinkwaterbedrijven lieten eerder weten dat drinkwater zeer goed beschermd is tegen alle virussen, inclusief het coronavirus. Zo overleven ze niet goed in water en zijn ze relatief makkelijk te verwijderen en te inactiveren. "De kans dat het drinkwater besmet raakt met het coronavirus is dan ook nul", meldt onder meer Vitens (5,6 miljoen klanten).[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 7 december 2023 Weblink bron “RIVM: coronavirus in rioolwater gevonden” (25 maart 2020), NOS