go
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- go
Woordherkomst en -opbouw
- zn: van Japans 碁 (go), in de betekenis van ‘Japans bordspel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1950 [1] [2]
- tw: van Engels go [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | go | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (spel) Japans bordspel
Hyponiemen
Tussenwerpsel
go!
- (Suriname) uitroep waarmee een snelheidswedstrijd wordt gestart
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord go staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "go" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "go" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ go op website: Etymologiebank.nl
- ↑ go op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Middelengelse gon.
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to go |
he/she/it | goes |
verleden tijd | went |
voltooid deelwoord |
gone |
onvoltooid deelwoord |
going |
gebiedende wijs | go |
Werkwoord
go
- onovergankelijk gaan
- «Where are you going?»
- Waar ga je naartoe?
- «Where are you going?»
- onovergankelijk vertrekken
- «It's time to go.»
- Het is tijd om te vertrekken.
- «It's time to go.»
Vaste voorzetsels
to go away
to go on
- verder gaan
to go out
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- as things go
in het algemeen
- to go absent
afwezig blijven
- to go blind
blind worden
- to go missing
teloorgaan
Verwante begrippen
Tweeletterwoorden in het Engels | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
aa • ab • ad • ae • ag • ah • ai • al • am • an • ar • as • at • aw • ax • ay • ba • be • bi • bo • by • da • de • di • do • ed • ef • eh • el • em • en • er • es • et • ex • fa • fi • gi • go • ha • he • hi • hm • ho • id • if • in • is • it • jo • ka • ki • la • li • lo • ma • me • mi • mm • mo • mu • my • na • ne • no • nu • od • oe • of • oh • oi • om • on • op • or • os • ow • ox • oy • pa • pe • pi • qi • re • sh • si • so • ta • ti • to • uh • um • un • up • us • ut • we • wo • xi • xu • ya • ye • yo • za |
Frans
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
go v
- (spreektaal) vrouw, meisje, vriendin
- «T’as jamais de go, t’es pas gay quand même?»
- Je hebt nooit een vriendin, je bent toch niet gay? [1]
- «T’as jamais de go, t’es pas gay quand même?»
Schrijfwijzen
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 2
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Spel in het Nederlands
- Tussenwerpsel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 74 %
- Prevalentie Vlaanderen 73 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 2
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Werkwoord in het Engels
- Onovergankelijk werkwoord in het Engels
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 2
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Spreektaal in het Frans