gips
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gips
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘pleister’ voor het eerst aangetroffen in 1477 [1]
- < Middelnederlands ghips < Latijn gypsum < Oudgrieks γύψος (< uit een Semitische taal)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gips | gipsen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
gips o
- (scheikunde) een uit calciumsulfaat en water uithardende witte vaste stof: CaSO4·2H2O
- (materiaalkunde) (extensie) pleister, gipshoudend kalkmengsel gebruikt in verschillende toepassingen, onder meer in mallen en bij het vastzetten van gebroken ledematen
Synoniemen
Vertalingen
1. (scheikunde) een uit calciumsulfaat en water uithardende witte vaste stof: CaSO4·2H2O
|
|
2. pleister, gipshoudend kalkmengsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gipsen |
gips
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gipsen
- Ik gips.
- gebiedende wijs van gipsen
- Gips!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gipsen
- Gips je?
Gangbaarheid
- Het woord gips staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "gips" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Bosnisch
Zelfstandig naamwoord
gips
Deens
Zelfstandig naamwoord
gips
Verwijzingen
- gips in: Det Danske Sprog- og Litteraturselskabop website:ordnet.dk
Kroatisch
Zelfstandig naamwoord
gips
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
gips
Noors
Zelfstandig naamwoord
gips
Pools
Zelfstandig naamwoord
gips
Roemeens
Zelfstandig naamwoord
gips
Zweeds
Zelfstandig naamwoord
gips
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Scheikunde in het Nederlands
- Materiaalkunde in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Bosnisch
- Zelfstandig naamwoord in het Bosnisch
- Scheikunde in het Bosnisch
- Woorden in het Deens
- Woorden in het Deens van lengte 4
- Zelfstandig naamwoord in het Deens
- Scheikunde in het Deens
- Woorden in het Kroatisch
- Zelfstandig naamwoord in het Kroatisch
- Scheikunde in het Kroatisch
- Woorden in het Nedersaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersaksisch
- Scheikunde in het Nedersaksisch
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 4
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Scheikunde in het Noors
- Woorden in het Pools
- Zelfstandig naamwoord in het Pools
- Scheikunde in het Pools
- Woorden in het Roemeens
- Zelfstandig naamwoord in het Roemeens
- Scheikunde in het Roemeens
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 4
- Zelfstandig naamwoord in het Zweeds
- Scheikunde in het Zweeds