for

Niet te verwarren met: For

Deens

Uitspraak

• Geluid:  for    (hulp, bestand)
• Bijwoord [A], voegwoord en voorzetsel: IPA: /fʌ/
• Bijwoord [B]: IPA: / ˈfʌ /
• Bijwoord (achter een zelfstandig naamwoord in onbepaalde vorm): ook IPA: /ˈfʌ/
• Bijwoord (in een samenstelling): IPA: / ˈfɒː- /
• Zelfstandig naamwoord: IPA: / ˈfoˀɐ̯ /

Woordafbreking

• for

Woordherkomst en -opbouw

• Bijwoord [A]+[B]: Afkomstig van het Oudzweedse woord "for", dat van het Gotische woord "faur" komt
• Zelfstandig naamwoord: Afkomstig van he Oudnoorse woord fóðr, zie ook het Duitse woord Futter (gebied: kleding)

Naar frequentie	18

Bijwoord

[A] for

1. te

Uitdrukkingen en gezegden

• alt for meget/mange

al te veel / veel

• lidt for meget/mange

iets te veel / veel

• for sent

te laat

• alt for længe

al te lang

• lidt for længe

iets te lang

• for tidligt

te vroeg

• for koldt

te koud

• for varmt

te warm

• for godt til at være sandt

te mooi om waar te zijn

Bijwoord

[B] for

1. voor (voor iets zijn)
2. dicht (om iets te sluiten of te verbergen)
3. voor (aan de voorkant of voorrand)
4. voor (als voorafgaande of voorbereidende handeling)
5. voor (voor de rechter, voor het congres)
6. op (huiswerk ophebben)

Synoniemen

• [3]: foran
• [3]: fortil

Antoniemen

• [1]: imod
• [2]: fra
• [3]: bag

Uitdrukkingen en gezegden

• [1]: både for og imod

zowel voor als tegen

• [1]: der er ikke andet for

er zit niets anders op dan

• [3]: både for og bag

zowel voor als terug

• [4]: bore for / synge for / skære for (forskære)

voorboren / auditie doen / voorsnijden

Typische woordcombinaties

• [2]: trække gardinerne for

de gordijnen dichttrekken

Voegwoord

for (+ hoofdzin)

1. omdat, want

Uitdrukkingen en gezegden

• for at (+ infinitief of bijzin)

om dat

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	for	foret	for	forene
genitief	fors	forets	fors	forenes

Zelfstandig naamwoord

for, o

1. (kleding) voering

Schrijfwijzen

• fór
• foer (niet-officiële, maar frequent gebruikte spelling)

Hyperoniemen

• stof
• tekstil

Afgeleide begrippen

• fore
• pelsfor
• solkefor

Zelfstandig naamwoord

for

1. onbepaald mannelijk  van for

Verwijzingen

• for in:
  Det Danske Sprog- og Litteraturselskab
  Den Dankse Ordbog
  op website:ordnet.dk

Engels

Uitspraak

• Geluid:  for (VS)    (hulp, bestand)
• IPA: / fɔr /

Voorzetsel

for

1. voor

Voegwoord

for

1. want

   «The name he bore as a child, Duny, was given him by his mother, and that and his life were all she could give him, for she died before he was a year old.»

   De naam Duny die hij als kind droeg, werd hem gegeven door zijn moeder en was naast het leven alles wat zij hem kon schenken, want zij stierf vóór hij een jaar oud was.

Verwijzingen

Gelijkklinkende woorden

• four

Noors

Uitspraak

• Geluid:  for    (hulp, bestand)
• IPA: / fɔɾ /

Woordafbreking

• for

Naar frequentie	19

Voorzetsel

for

1. voor (ruimtelijk)

   «Politiet jakter på en mann som blottet seg for en kvinne.»

   De politie spoorde een man op die zich voor een vrouw ontbloot heeft.

2. van (bezit)

   «San Marion var blottet for industriell aktivitet, og arbeidsledigheten vokste kraftig.»

   San Marino was verstoken van de industriële activiteit en de werkloosheid groeide sterk.

3. voor (als)

   «Serena Williams har hatt et svært trøblete år siden hun vant Wimbledon-tittelen for fjerde gang i 2010.»

   Serena Williams heeft een zeer lastig jaar gehad sinds ze heeft in 2010 de Wimbledon-titel voor de vierde keer gewonnen.

4. op grond van, wegens (reden)

Synoniemen

• [4]: på grunn av

Uitdrukkingen en gezegden

• [2]: være blottet for

verstoken van

• [3]: for eksempel

bijvoorbeeld (exempli gratia, verbi gratia)

• [3]: for første gang

voor de eerste keer

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid:  for    (hulp, bestand)
• IPA: / fɔɾ /

Woordafbreking

• for

Voorzetsel

for

1. voor (ruimtelijk)
2. van (bezit)
3. voor (als)
4. op grond van, wegens (reden)

Synoniemen

• [4]: på grunn av

Uitdrukkingen en gezegden

• [2]: vere blotta for

verstoken van

• [3]: for eksempel

bijvoorbeeld (exempli gratia, verbi gratia)

• [3]: for første gong

voor de eerste keer