flip

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Flip
Uitspraak
Woordafbreking
  • flip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord flip flippen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

flip v / m [2] [3] [4] [5] [6]

  1. aandeel Philips
    • Ik wil 100 flippen, 200 olies (koninklijke olie) en 300 klemmen (KLM) 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
flippen

flip

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flippen
    • Ik flip. 
  2. gebiedende wijs van flippen
    • Flip! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flippen
    • Flip je? 

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. ↑ flip op website: Etymologiebank.nl
  2. ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4. ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  5. ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  6. ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  7. ↑ Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be


Frans

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

flip m

  1. (spreektaal) flipperkast [1]
  2. (spreektaal) 'bad trip' (na inname van drugs) [1]
  3. (spreektaal) angst
    «Quand je retrouvais plus mon passeport à l’aéroport je te dis pas le flip que j’ai ressenti.»
    Toen ik op het vliegveld mijn paspoort niet terug kon vinden, was ik ontzettend bang, dat hou je niet voor mogelijk. [1]

Verwijzingen

  1. ↑ 1,0 1,1 1,2
    Wouw, Berry van de
    , Woordenboek populair Frans - Nederlands. Woordenboek van het Frans dat u op school nooit leerde, 2e druk, Breda: Uitgeverij Arti-Choc, 2014; p. 95
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=flip&oldid=3723664"