extra
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ex·tra
Woordherkomst en -opbouw
- van Latijn extra, in de betekenis van ‘boven het gewone, bijzonder’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1738 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | extra | extra's |
verkleinwoord | extraatje | extraatjes |
Zelfstandig naamwoord
extra o
- hetgeen men erbij krijgt (vaak als verkleinwoord: extraatje)
- Het bedrijf had meer winst gemaakt dan verwacht, zodat er voor het personeel ook wel een extraatje afkon in de vorm van een ruime winstuitkering.
- ▸ Doesburg: „Het extra dat dit toneelstuk biedt, is dat jullie personages, meer dan in het oorspronkelijke boek, vervuld zijn van tegengestelde gevoelens jegens Holleeder. Als toneelspelers kunnen jullie dat vertolken.[2]
- ▸ Elke doos bevatte ontbijtrepen, noten, rozijnen, tortillas en noodles, aangevuld met wc-papier en pillen zoals vitamines en visolie. Om het een beetje leuk te houden stopte ik er ook een extraatje in zoals marshmallows, M&M’s of een frisbee.[3]
stellend | |
---|---|
onverbogen | extra |
verbogen | - |
partitief | extra's |
Bijvoeglijk naamwoord
extra
- bijkomend.
- U krijgt er nu een extra lampje bij.
- ▸ Eigenlijk had ik totaal geen honger, maar het was noodzakelijk zo veel mogelijk calorieën binnen te krijgen. Er zou die dag namelijk pas na 32 kilometer water te vinden zijn, waardoor ik zeven liter water boven op mijn basisuitrusting mee moest sjouwen. Dat zou me veel extra energie kosten.[3]
- (Limburg en Gelderland) opzettelijk.
- Hij deed het extra.
Vertalingen
2. opzettelijk
Gangbaarheid
- Het woord extra staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "extra" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ "extra" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Weblink bron
Kester Freriks“‘Judas’ van Astrid Holleeder als tragedie in het theater” (22 augustus 2018) op nrc.nl - ↑ 3,0 3,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- (verkorting) van extraordinaire
Bijvoeglijk naamwoord
extra
- (spreektaal) buitengewoon, geweldig
- «Le Parc Astérix, c'est extra!»
- Het Parc Astérix is fantastisch! [1]
- «Le Parc Astérix, c'est extra!»
Verwijzingen
Latijn
Voorzetsel
ĕxtrā + accusatief
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /ɛkstra/
Woordafbreking
- ex·tra
Bijvoeglijk naamwoord
extra
Verbuiging
- Onverbogen
Bijwoord
extra
Afgeleide begrippen
Verwijzingen
Verwijzingen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 5
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Verkorting in het Frans
- Bijvoeglijk naamwoord in het Frans
- Spreektaal in het Frans
- Woorden in het Latijn
- Voorzetsel in het Latijn
- Voorzetsel met de accusatief in het Latijn
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Tsjechisch
- Bijwoord in het Tsjechisch
- Onverbuigbaar bijvoeglijk naamwoord in het Tsjechisch