Naar inhoud springen

dommer

Uit WikiWoordenboek
Versie door MarcoSwart (overleg | bijdragen) op 10 mei 2017 om 18:31 (→‎top: prevalentie-informatie met AWB)
  • dom·mer

dommer

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van dom
97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]


  • dom·mer
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord dómari.

dommer m

  1. (juridisch) rechter
  2. (sport) arbiter, scheidsrechter
  3. jurylid
m enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   dommer     dommeren     dommere     dommerne  
genitief   dommers     dommerens     dommeres     dommernes  
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be