museumdirectie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mu·se·um·di·rec·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord museumdirectie museumdirecties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de museumdirectiev

  1. de leiding van een museum
     Er is al jaren gedoe over de fietstunnel, die tijdens de verbouwing van het Rijksmuseum dicht was. De museumdirectie zou de onderdoorgang het liefst voor fietsers dicht houden, maar de gemeenteraad besloot vorig jaar dat de tunnel open moest.[2]
     Tv-ploegen van over de hele wereld kwamen langs, onder meer uit Egypte. Ook kreeg het museum veel belletjes van paranormale onderzoekers. En honderden meer bezoekers dus, die allemaal het beeld met eigen ogen wilden zien. Het was de drukste maandag ooit, zegt de museumdirectie.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 12 januari 2023 Weblink bron “"Fietstunnel Rijks wel 24 uur open"” (Dinsdag 7 mei 2013, 15:28), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 12 januari 2023 Weblink bron “Recordaantal bezoekers door zelf-draaiend Egyptisch beeld” (Dinsdag 25 juni 2013, 15:40), NOS