difrakční

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /dɪfraktʃɲiː/

Woordafbreking

• di·frakč·ní

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandig naamwoord difrakce met het achtervoegsel -ční

Bijvoeglijk naamwoord

difrakční

1. (natuurkunde) diffractie-; met betrekking tot diffractie

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	difrakční				difrakční
genitief	difrakčního		difrakční	difrakčního	difrakčních
datief	difrakčnímu		difrakční	difrakčnímu	difrakčním
accusatief	difrakčního	difrakční			difrakční
vocatief	difrakční				difrakční
locatief	difrakčním		difrakční	difrakčním	difrakčních
instrumentalis	difrakčním		difrakční	difrakčním	difrakčními

Typische woordcombinaties

• difrakční mez v
• difrakční mřížka v - diffractierooster

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)