daň
Uiterlijk
- daň
- Afgeleid van het Protoslavische *danь
daň v
- (juridisch)(financieel) belasting; door de wet gedwongen betaling aan de overheid
- daň
daň v
- (juridisch)(financieel) belasting; door de wet gedwongen betaling aan de overheid
- «Budu si muset zaplatit poradce, vypočíst daň, kterou musím odvést, je nad moje síly.»
- Ik zal een adviseur moeten betalen, het berekenen van de belasting, die ik moet afdragen, gaat mijn pet te boven.
- «Budu si muset zaplatit poradce, vypočíst daň, kterou musím odvést, je nad moje síly.»
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | daň | daně |
genitief | daně | daní |
datief | dani | daním |
accusatief | daň | daně |
vocatief | dani | daně |
locatief | dani | daních |
instrumentalis | daní | daněmi |
- daň ze mzdy
- daň z nemovitostí
- daň z přidané hodnoty
- daň z příjmů
- platit / zaplatit daň – belasting betalen
- vybírat / vybrat daň – belasting heffen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Akademický slovník současné češtiny - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
daň
- informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord danit
Categorieën:
- Woorden in het Slowaaks
- Zelfstandig naamwoord in het Slowaaks
- Juridisch in het Slowaaks
- Financieel in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Woorden in het Tsjechisch met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Juridisch in het Tsjechisch
- Financieel in het Tsjechisch
- Vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Verouderd in het Tsjechisch
- Werkwoord in het Tsjechisch
- Werkwoordsvorm in het Tsjechisch