commissie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·mis·sie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord commissie commissies
verkleinwoord commissietje commissietjes

Zelfstandig naamwoord

de commissiev

  1. groep personen met een bepaalde opdracht of voor een bepaald doel bijeengeroepen
  2. vergoeding voor het werk van iemand die voor een ander iets koopt of verkoopt in de vorm van een klein deel van de koopsom
  3. opdracht tot het vervaardigen van een object in de kunstwereld, zoals een schilderij.
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen


Middelnederlands

Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

commissie v

  1. opdracht, mandaat
Overerving en ontlening

Verwijzingen