commissievoorzitter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- com·mis·sie·voor·zit·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van commissie zn en voorzitter zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | commissievoorzitter | commissievoorzitters |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de commissievoorzitter m
- iemand die de vergaderingen van een commissie leidt
- ▸ Commissievoorzitter Von der Leyen (r) met minister Karine Elharrar van Energie[1]
- ▸ De commissievoorzitter noemt het heel slecht dat de "wetenschap op deze manier wordt aangevallen." Hij trekt een parallel met tabak en klimaat "Zo gauw het gaat nijpen wil men nog wel eens naar de wetenschap gaan en zeggen: het deugt niet. Daar ben ik het niet mee eens."[2]
Vertalingen
1. iemand die de vergaderingen van een commissie leidt
Gangbaarheid
- Het woord commissievoorzitter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Ties Brock“'Alle beetjes helpen', EU gaat gas importeren uit Israël” (WOENSDAG 15 juni 2022), NOS - ↑ Weblink bron “Voorzitter stikstofcommissie: 'Metingen zijn geen meningen'” (WOENSDAG 15 juni 2022), NOS
