classis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • clas·sis
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘onderafdeling van provinciaal kerkbestuur’ voor het eerst aangetroffen in 1571 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord classis classes
classen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de classisv [3]

  1. deel van protestante kerkprovincie
    • Vader, kerkenraad en classis zochten het dan ook hoger op om de overheden zowel in de Noordelijke als in de Zuidelijke Nederlanden te dwingen Sophia te laten terugkeren. Het argument daarbij was dat zij was ontvoerd door de katholieken. De Staten-Generaal - zo hoog zocht men het op - bevalen zelfs dat katholieken in Helmond gevangen gezet moesten worden en verboden er de katholieke diensten, zolang Sophia niet terugkwam. De katholieken op hun beurt hielden vol dat zij uit eigen vrije wil was vertrokken en vrijwillig tot het ware geloof was overgegaan. Meters papier aan rekesten, verweerschriften, rapporten, memories, ondervragingen zijn vol gepend aan en door politieke, juridische en kerkelijke instanties. Van dominees, pastoors, drossaards, advocaten en zelfs bisschoppen aan toe.[4] 
    • In augustus verruilden hij en zijn vrouw Rixt hun ruime monumentale pastorie na elf jaar noodgedwongen voor een huurhuis, met daarnaast de studiecontainer. De ongewone situatie is een gevolg van een slepend conflict tussen de kerkenraad en de voorganger. Aanvankelijk ging dat over de verkoop van de pastorie, later over Zijlstra's functioneren. Inmiddels is de situatie geëscaleerd. De ambtsdragers verwijten hun predikant disfunctioneren en hebben hem, gesteund door de classis Franeker, een provinciaal kerkorgaan, op non-actief gezet.[5]  
  2. Romeinse vlooteenheid
    • Forum Hadriani, van oorsprong een nederzetting van de Cananefaten, was de hoofdstad van het kustgebied. Een bronzen hand van een groot keizersbeeld en grote architectuurfragmenten, die al begin negentiende eeuw zijn opgegraven, maken duidelijk dat de stad een volkomen geromaniseerd en welvarende stad was. Daarmee was het óók een potentieel doel van piraten, vooral uit het noorden. Een uitgebreid netwerk van forten, wegen en waterwegen in het Rijngebied zorgde voor bescherming tegen mogelijke piratenaanvallen. Daarom was hier ook de classis Germanica, de Romeinse vloot aan de Rijn, gelegerd. Om snel gevaar vanuit zee te ontdekken, maar ook om te controleren wie over zee het Romeinse rijk binnenging, werden langs de duinen kleine forten voor cavalerie ingericht. Vele zijn door erosie en kustafslag in de loop der jaren verdwenen, maar bij de Haagse wijk Ockenburgh is zo’n klein fort gevonden, inclusief paardengraven. [6] 
  3. (biologie) klasse
Synoniemen

Gangbaarheid

41 % van de Nederlanders;
29 % van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen


Latijn

Uitspraak
  • IPA: /klas.sis/
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

līs v

  1. (maatschappij) sociale laag van de bevolking
  2. (militair) leger, marine
  3. rang, groep
Verbuiging


Verwijzingen

  1. Michiel de Vaan
    “Etymological Dictionary of Latin and the other Italic Languages” (2008), Brill, Leiden - Boston, p. 118