kerkprovincie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kerk·pro·vin·cie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerkprovincie kerkprovincies
kerkprovinciën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kerkprovinciev

  1. (religie) rooms katholieke kerk: groep bisdommen die onder één aartsbisschop vallen
    • Ook de Nederlandse kerkprovincie heeft te maken met verschillende kerkvisies, schetst theoloog Frank Bosman. „Waar aartsbisschop Eijk in Utrecht meer kiest voor het handhaven van de leer, vindt De Korte pastorale fijngevoeligheid belangrijker dan de letter van de wet. En waar Eijk de samenleving als een antikerkelijk blok ziet, treedt De Korte de samenleving juist met open armen tegemoet.” [2] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Esther Wittenberg 30 december 2016