benefiční

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /bɛnɛfɪtʃɲiː/

Woordafbreking

• be·ne·fič·ní

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandig naamwoord benefice met het achtervoegsel -ční

Bijvoeglijk naamwoord

benefiční

1. benefiet-, voor het goede doel; met betrekking tot benefieten

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	benefiční				benefiční
genitief	benefičního		benefiční	benefičního	benefičních
datief	benefičnímu		benefiční	benefičnímu	benefičním
accusatief	benefičního	benefiční			benefiční
vocatief	benefiční				benefiční
locatief	benefičním		benefiční	benefičním	benefičních
instrumentalis	benefičním		benefiční	benefičním	benefičními

Synoniemen

• dobročinný

Antoniemen

• deteriorační

Verwante begrippen

• beneficium o

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)