autoregulační
Uiterlijk
- IPA: /aʊ̯tɔrɛgʊlatʃɲiː/
- au·to·re·gu·lač·ní
- Afgeleid van het zelfstandig naamwoord autoregulace met het achtervoegsel -ční
- Afgeleid van het bijvoeglijk naamwoord regulační met het voorvoegsel auto-
autoregulační
- autoregulatie-; met betrekking tot autoregulatie