Naar inhoud springen

algebra

Uit WikiWoordenboek
  • al·ge·bra
enkelvoud meervoud
naamwoord algebra -
verkleinwoord

de algebrav / m

  1. (wiskunde) een deel van de wiskunde dat zich bezighoudt met de betrekkingen van door letters en tekens aangeduide grootheden
    • Er zijn veel mensen die algebra niet snappen. 
     Davis hielp mij met mijn huiswerk voor algebra en daarna speelde ik nog een paar uur Battlefront.[3]
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]


algebra

  1. (wiskunde) algebra


algebra

  1. (wiskunde) algebra


algebra

  1. (wiskunde) algebra


algebra

  1. (wiskunde) algebra


algebra

  1. (wiskunde) algebra


algebra

  1. (wiskunde) algebra


algebra

  1. (wiskunde) algebra


algebra

  1. (wiskunde) algebra


algebra

  1. (wiskunde) algebra


  • al·ge·bra
  • Afkomstig van het Arabische woord al-jebr.

algebra m

  1. (wiskunde) algebra
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   algebra     algebraen     algebraer     algebraene  
genitief   algebras     algebraens     algebraers     algebraenes  



  • al·ge·bra
  • Afkomstig van het Arabische woord al-jebr.

algebra m

  1. (wiskunde) algebra
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   algebra     algebraen     algebraer     algebraene  
genitief                





algebra v

  1. (wiskunde) algebra



algebra

  1. (wiskunde) algebra


  • Afgeleid van het Arabische woord الجبر, āl-jabr.

algebra

  1. (wiskunde) algebra


algebra

  1. (wiskunde) algebra