WikiWoordenboek:Hulpwerkwoord

Uit WikiWoordenboek

Een hulpwerkwoord is een werkwoord dat aan een ander werkwoord toegevoegd wordt voor de vervoeging van dat werkwoord.

Nederlands[bewerken]

Deze voornaamste hulpwerkwoorden in het Nederlands zijn:

hebben wordt gebruikt voor de vorming van de voltooide tijden van de bedrijvende vorm
zijn wordt gebruikt voor sommige bedrijvende voltooide tijden en voor de voltooide tijden van de lijdende vorm
worden wordt gebruikt voor de onvoltooide tijden van de lijdende vorm
zullen wordt gebruikt voor de toekomende tijden
ik sla
ik heb geslagen
ik ben geslagen
ik word geslagen
ik zal slaan

Hulpwerkwoorden vormen vaak de persoonsvorm van een samengesteld werkwoord.

Er zijn nog een aantal werkwoorden die ook voornamelijk in combinatie met een ander werkwoord voorkomen zoals: gaan, willen,moeten, kunnen, mogen, blijven, doen, krijgen, raken, staan, zitten, liggen, lopen. Afhankelijk van de schrijver van de spraakkunst worden deze soms wel of soms niet als hulpwerkwoord gezien of ingedeeld bij de modale werkwoorden.

ik mocht gaan
ik wou slapen
ik kan schrijven
ik blijf lachen
ik ga slapen
ik zit te denken
ik kreeg het uitbetaald

Gaan vervangt soms zullen bij het vormen van de toekomende tijd. In de Franse grammatica wordt dit feit echter eerder onderkend dan in de Nederlandse:

tu vas avoir froid - tu auras froid
je gaat het koud hebben – je zult het koud hebben

Zowel bij de vier eigenlijke hulpwerkwoorden als bij de 'oneigenlijke' wordt het verleden deelwoord vaak vervangen door een onbepaalde wijs:

hij had zullen komen (niet *gezuld)
ik heb mogen wegrijden (niet: gemogen)
ik ben gaan slapen (niet: gegaan)
ik ben wezen stemmen (niet: geweest)

'Gewone' werkwoorden kunnen ook in samenstellingen voorkomen maar vereisen dan te:

hij vergat te vragen
hij beloofde te komen
hij weigerde te betalen
ik durf te zeggen
hij zit te slapen

Zij vertonen meestal wel deelwoorden:

hij had beloofd te komen
hij heeft geweigerd te betalen
maar:
hij heeft durven zeggen
hij heeft zitten slapen

Doen maakt van een ergatief werkwoord een actieve constructie:

Het vet stolt
De toevoeging hiervan doet het vet stollen

Krijgen wordt gebruikt om een pseudopassieve constructie van een ditransitief werkwoord te maken

Hij betaalde mij dat uit
Ik kreeg dat van hem uitbetaald

Zitten, liggen, staan en lopen + te maken een soort continue constructie mogelijk

Ik denk
Ik zit te denken

Andere talen[bewerken]

Welke werkwoorden als hulpwerkwoorden gebruikt en hoe precies verschilt sterk van taal tot taal. Er zijn bijvoorbeeld talen zoals het Latijn of het Xhosa die geen hulpwerkwoord voor de lijdende vorm hebben, omdat daar aparte werkwoordsvormen voor bestaan. Aan de andere kant gebruikt bijvoorbeeld het Engels "to do" om vragende of ontkennende vormen te maken.