zullen
Uiterlijk
- zul·len
- erfwoord dat in West-Germaanse talen een vast hulpwerkwoord is geworden; buiten het West-Germaans zijn er weinig cognaten bekend.[1] Als hulpwerkwoord van de toekomende tijd in het Nederlands voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [2]
- afkomstig van:
- Middelnederlands: sullen
- Oudnederlands: sullan
- Germaans: *skulanan
- Indo-Europees: *skel-
- Verwant in Germaans:
- Verwant in andere Indo-Europese talen:
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zullen |
zou en zouden* |
(zullen)* |
onregelmatig | volledig |
zullen
- hulpwerkwoord: hulpwerkwoord van de toekomende tijd
- Ik loop - ik zal lopen.
- ▸ De EU gaat de toelatingsprocedures voor toponderzoekers versimpelen. Wetenschappelijke instellingen zullen geholpen worden bij het aantrekken van buitenlandse onderzoekers. En de vrijheid van wetenschappelijk onderzoek moet wettelijk worden vastgelegd, aldus Von der Leyen.[3]
- ▸ Er rijden steeds meer Chinese elektrische auto's op de Europese wegen en dat zullen er in de toekomst niet minder worden. Het afgelopen kwartaal verscheepte China bijna twee keer zo veel auto's naar Europa in vergelijking met een jaar eerder. Dit terwijl de EU afgelopen zomer invoerheffingen op Chinese auto's invoerde om de eigen auto-industrie te beschermen. Hoe weten Chinese automerken toch steeds meer terrein te winnen in Europa?[4]
- modaal werkwoord: moeten
- Gij zult het olieveld van uw naaste niet begeren.
- Dat zul je wel laten.
- Oorspronkelijk was de onvoltooid verleden tijd zoude/soude. De uitgang -de is bij het enkelvoud weggesleten, net zoals bij enkele andere oorspronkelijk geheel zwakke werkwoorden.
- Zullen kan uitsluitend hulpwerkwoord zijn; vandaar dat een voltooid deelwoord ontbreekt.
- Het woord zullen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zullen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ zullen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "zullen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Weblink bron
Frank Renout“Europa: 600 miljoen euro om Amerikaanse wetenschappers aan te trekken” (5 mei 2025), NOS - ↑
Weblink bron
Aïda Brands“Chinese elektrische auto's booming in Europa ondanks heffingen” (24 april 2025), NOS - ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
zullen
- meervoud van zul
zullen
- meervoud van zul
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Erfwoord in het Nederlands
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Onregelmatig werkwoord in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Hulpwerkwoord in het Nederlands
- Modaal werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %
- Woorden in het Achterhoeks
- Zelfstandig naamwoord in het Achterhoeks
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Achterhoeks
- Woorden in het Nedersaksisch
- Zelfstandig naamwoord in het Nedersaksisch
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nedersaksisch