dwang
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dwang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dwang | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
dwang m
- het uitoefenen van macht om iemand tegen diens wil iets te laten doen of laten
- De dictator heerste met veel macht en dwang over het geknechte volk, dat na vele jaren onderdrukking eindelijk in opstand kwam.
- (medisch) ziekelijke neiging om bepaalde dingen te doen, zucht
- De vrouw poetste de hele dag haar schone huis, ze had dan ook een ziekelijke dwang.
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord dwang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dwang' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |