werkloosheid
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: werkloosheid (hulp, bestand)
- IPA: /wɛrkˈloshɛit/
Woordafbreking
- werk·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werkloosheid | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
werkloosheid v
- (formeel) geen baan hebben, betaald werk missen
- Waar moet ik mijn werkloosheid melden?
- ▸ "Armer dan Crooswijk kan je het niet treffen", was in 2016 een krantenkop toen het SCP postcode '3034' tot de armste wijk van Nederland uitriep. Dat bleek uit cijfers over de werkloosheid, het aantal uitkeringen, opgroeien in armoede, taalachterstand, gezondheid en (jeugd)criminaliteit.[3]
- (economie) deel van de beroepsbevolking dat geen baan heeft
- seizoengecorrigeerde werkloosheid
- ▸ Nou, en dan zou Libo in Borâs failliet gaan en dat zou tot werkloosheid leiden en de sossen waren rabiate tegenstanders van werkloosheid.[4]
- (verouderd) niet actief zijn, niks doen
- Het meest dat my hindert, is een soort van werkloosheid door een duizelige dofheid. [5]
Synoniemen
Opmerkingen
- In het gesproken Nederlands bestaat er een zekere voorkeur om een lange en korte lettergrepen af te wisselen en wordt 'werkeloosheid' in alle betekenissen meer gebruikt. In formele teksten sinds het eind van de 19e eeuw krijgt het woord 'werkloosheid' vooral de betekenis [1] en [2], als onderscheid met betekenis [3] die een negatief oordeel over personen kan inhouden en die bij 'werkeloosheid' niet is verouderd.
Afgeleide begrippen
- [1] werkloosheidsgraad, werkloosheidspercentage, werkloosheidsregeling, werkloosheidsuitkering, werkloosheidsverzekering, werkloosheidswet
- [2] seizoenswerkloosheid, werkloosheidscijfer, werkloosheidsgraad, werkloosheidspercentage, werkloosheidsstatistiek, verborgen werkloosheid
Hyponiemen
- conjunctuurwerkloosheid, frictiewerkloosheid, jeugdwerkloosheid, massawerkloosheid, seizoenwerkloosheid
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. het werkloos zijn
2. het aandeel van de beroepsbevolking zonder betaalde baan
Gangbaarheid
- Het woord werkloosheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "werkloosheid" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron “Oud-Crooswijk was armste wijk, miljoenen verder gaat het iets beter” (02-10-2021), NOS
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044632767
- ↑ Bilderdijk, W."Brief aan Isaac da Costa 59." (20 juni 1824) in: Bilderdijk, Brieven. Deel 4. (1837) W. Messchert, Amsterdam; p. 169; geraadpleegd 2016-02-16
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werkloosheid | - |
Zelfstandig naamwoord
werkloosheid
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -heid in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Formeel in het Nederlands
- Economie in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Afrikaans
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans