wedstrijd
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wed·strijd
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘wedijver, i.h.b. in sport’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wedstrijd | wedstrijden |
verkleinwoord | wedstrijdje | wedstrijdjes |
Zelfstandig naamwoord
wedstrijd m
- een strijd van twee of meer personen om uit te maken wie op een bepaald gebied de beste is
- ▸ Pogue en ik vlogen vooruit en raakten verwikkeld in een wedstrijd wie het snelste door de drassige grond kon ploegen.[3]
- ▸ Mama begreep meteen dat hij de man van haar leven zou worden en ging mee wanneer hij wedstrijden zwom, Of bokste, want dat deed hij ook, en als ze naar een restaurant gingen betaalde zij het.[4]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. een strijd van twee of meer personen om uit te maken wie op een bepaald gebied de beste is
Gangbaarheid
- Het woord wedstrijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "wedstrijd" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "wedstrijd" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ wedstrijd op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044632767
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be