wandelgebied
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wandelgebied (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɑndəlɣəˌbit / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈʋɑn.dəɫ.χə.ˌbit/, /-dɔɫ-/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞ɑn.dəɫ.xə.ˌbit/
Woordafbreking
- wan·del·ge·bied
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wandel ww en gebied
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wandelgebied | wandelgebieden |
verkleinwoord | wandelgebiedje | wandelgebiedjes |
Zelfstandig naamwoord
het wandelgebied o
- een gebied waarin men kan wandelen
- Vanwege het mooie weer waren er in het wandelgebied een heel aantal wandelaars.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een gedied waarin men kan wandelen
Gangbaarheid
- Het woord wandelgebied staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.