wandelsportvereniging
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wan·del·sport·ver·eni·ging
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wandelsport en vereniging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wandelsportvereniging | wandelsportverenigingen |
verkleinwoord | wandelsportverenigingetje | wandelsportverenigingetjes |
Zelfstandig naamwoord
de wandelsportvereniging v
- een vereniging waarin men in georganiseerd verband kan wandelen
- Veel wandelsportverenigingen trainen voor de Nijmeegse vierdaagse of voor een ander wandelevenement.
- Hij ging met de wandelsportvereniging op vakantie.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'wandelsportvereniging' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.