wandelroute

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  wandelroute    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈwɑndəlˌrutə / (4 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /ˈʋɑn.dəɫ.ˌru.tə/, /-dɔɫ-/

Woordafbreking

• wan·del·rou·te

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  wandel ww  en  route 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	wandelroute	wandelroutes wandelrouten
verkleinwoord	wandelroutetje	wandelroutetjes

Zelfstandig naamwoord

de wandelroute v / m

1. een route die is uitgezet om bewandeld te worden

   • Vanwege het mooie weer liepen veel mensen deze wandelroute. 

Verwante begrippen

boswandeling bergwandeling ruimtewandeling stadswandeling strandwandeling wandelaar wandelafstand wandelbrug wandelclub wandeldag

wandelen wandeletappe wandelgang wandelgebied wandelgids wandeling wandelkaart wandelmogelijkheid wandelpad

wandelpark wandelpas wandelpier wandelplaats wandelschoen wandelsport wandelsportvereniging wandelstaf wandelstok

wandelstraat wandeltocht wandeltoerisme wandelvakantie wandelvereniging wandelvierdaagse wandelwagen wandelweer wandelweg

Vertalingen

    1. een route die is uitgezet om bewandeld te worden   

Frans: circuit pédestre (fr) m

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord wandelroute staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.