Naar inhoud springen

vechten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vech·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘strijden’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vechten
vocht
gevochten
klasse 3 volledig

Werkwoord

vechten

  1. inergatief strijd leveren
    • Zij vochten langdurig om de macht. 
     De Slag om de Schelde was hierbij heel belangrijk. Soldaten uit Canada, Groot-Brittannië en Polen vochten vijf weken lang tegen soldaten uit Duitsland. Het was heel zwaar maar uiteindelijk wonnen ze. Dit werd afgelopen weekend herdacht in Terneuzen.[3]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen