tolk
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tolk
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Nederduits, in de betekenis van ‘mondeling vertaler’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tolk | tolken |
verkleinwoord | tolkje | tolkjes |
Zelfstandig naamwoord
tolk m
- (beroep) een persoon die gesproken tekst (meteen) vertaalt naar gesproken tekst in een andere taal
- Ik wil graag als tolk voor uw bedrijf werken.
Hyperoniemen
Hyponiemen
Vertalingen
1. een persoon die gesproken tekst (meteen) vertaalt naar gesproken tekst in een andere taal
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tolken |
tolk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tolken
- Ik tolk.
- gebiedende wijs van tolken
- Tolk!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tolken
- Tolk je?
Gangbaarheid
- Het woord tolk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "tolk" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- tolk
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse woord tulkr.
Zelfstandig naamwoord
tolk m
- (taalkunde) tolk
- «Jeg har fått melding om at både han og tolken er i god behold.»
- Ik heb een bericht ontvangen dat zowel hij als de tolk in goede conditie zijn.
- «Jeg har fått melding om at både han og tolken er i god behold.»
- spreker, woordvoerder
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | tolk | tolken | tolker | tolkene |
genitief | tolks | tolkens | tolkers | tolkenes |
Synoniemen
- [1] translatør
Afgeleide begrippen
- [1] døvetolk, tolketjeneste
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- tolk
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse woord tulkr.
Zelfstandig naamwoord
tolk m
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | tolk | tolken | tolkar | tolkane |
genitief |
Synoniemen
- [1] translatør
Afgeleide begrippen
- [1] dauvetolk, tolketeneste
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 4
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Taalkunde in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 4
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nynorsk
- Taalkunde in het Nynorsk