tehuis
Uiterlijk
- te·huis
- samenstelling van te en huis [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tehuis | tehuizen |
verkleinwoord |
het tehuis o
- vaste verblijfplaats
- weeshuis
- Kinderen in tehuizen worden drie tot vier keer vaker slachtoffer van seksueel misbruik.
1. vaste verblijfplaats
- Het woord tehuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tehuis" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ tehuis op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be