verzorgingstehuis

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·zor·gings·te·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verzorgingstehuis verzorgingstehuizen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het verzorgingstehuiso

  1. instelling waar (oudere) mensen die niet voor zichzelf kunnen zorgen, verzorging ontvangen en kunnen wonen
     Het verzorgingstehuis was zo gek nog niet, stelt Noud Engelen, klinisch (ouderen)psycholoog. Het bood structuur, veiligheid, menselijk contact en direct beschikbare zorg.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    Noud Engelen
    “Kwetsbare ouderen hebben beschermde woonomgeving nodig” (14 februari 2020), Trouw

Gangbaarheid