steeneik

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Een steeneik
Uitspraak
Woordafbreking
  • steen·eik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord steeneik steeneiken
verkleinwoord steeneikje steeneikjes

Zelfstandig naamwoord

de steeneikm

  1. (bloemplanten) Quercus ilex op Wikispecies een boom uit de napjesdragersfamilie (Fagaceae op Wikispecies). Deze van nature in Zuid-Europa voorkomende, groenblijvende eik wordt veel aangeplant als sierboom en ter beschutting, vooral in kuststreken. De boom is bestand tegen de zilte zeewind en de luchtvervuiling in de stad. In Nederland en Vlaanderen is de boom matig winterhard. De boom kan dertig meter hoog worden, maar blijft meestal veel kleiner. In rotsachtige gebieden blijft de eik vaak struikvormig
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be